VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Hof: Hypotheekbemiddelaar hoefde overkreditering bij zichzelf niet te voorzien

Geplaatst op: 06-05-2019, 14:12:51

Een assurantietussenpersoon die ook bemiddelde in hypotheekaanvragen kan toch een schadevergoeding tegemoet zien voor overkreditering door Amstelhuys. De rechtbank Amsterdam oordeelde in eerste instantie dat de man vanwege zijn beroep al in een vroeg stadium had moeten weten dat de geldverstrekker zijn zorgplicht schond. Het Gerechtshof zet echter een streep door die uitspraak. Dat hij bemiddelde betekent niet dat hij de vereiste kennis had van overkreditering. Hij moet als een gewone consument worden beschouwd.

De eiser in deze rechtszaak heeft sinds 1996 een eigen onderneming als assurantietussenpersoon. Hij beschikte over een diploma Assurantie-B en het certificaat Beleggen A. Hij verzorgde ook hypotheekaanvragen. In 2004 sluit hij met zijn partner een hypotheek van € 475.000 bij Amstelhuys, de hypotheekverstrekker van Delta Lloyd. Amstelhuys informeert daaraan voorafgaand naar een accountantsverklaring van zijn onderneming om de hoogte van het salaris en de rekening-courantvorderingen mee te kunnen nemen.

Vakantiewoning

Twee jaar later wordt de hypotheek afgelost en omgezet naar een andere hypothecaire lening voor hetzelfde bedrag maar met een andere rentevaste periode. Nog een paar maanden later, eind 2006, verhoogt Amstelhuys op verzoek de lening met € 75.000. Daarmee koopt het stel een vakantiewoning.

Bijlenen

Sinds 2007 moet het stel geld bijlenen om de vaste lasten te kunnen voldoen. Die leningen zijn in 2009 opgelopen tot ruim vierenhalve ton. De vakantiewoning wordt in 2013 verkocht. Met de opbrengst lossen ze een deel van die leningen af.

In juni 2016 krijgt het stel de beschikking over de “berekening maximaal te lenen bedrag Delta Lloyd hypotheek” van 5 oktober 2006. Daarin staat dat het maximaal te lenen bedrag bij het jaarinkomen van ruim € 95.000 gelijk is aan € 483.654. Daarop stelt de tussenpersoon Amstelhuys aansprakelijk voor schade wegens overkreditering.

Onverantwoord

Volgens de man heeft de geldverstrekker zowel in 2004 als 2006 onverantwoord en in strijd met zijn zorgplicht gehandeld door te hoge kredieten te verstrekken. De rechtbank Amsterdam vindt echter dat die klacht is verjaard. Volgens de rechter moet de man worden aangemerkt als hypotheekbemiddelaar in de zin van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen uit 2001. Daarmee beschikt hij over meer deskundigheid dan een gewone particulier. Hij had daarom in 2007 al bekend moeten zijn met de schade als gevolg van overkreditering.

Geen speciale kennis

In hoger beroep zet het gerechtshof Amsterdam een streep door dat vonnis. Het hof vindt dat de man voldoende heeft aangetoond dat hij geen speciale kennis of opleiding had op het gebied van hypothecaire leningen en dat hij daarover ook niet adviseerde. Hij bemiddelde enkel bij de aanvragen van hypotheken en dan alleen bij particulieren, niet bij ondernemers, zoals hijzelf.

Amstelhuys betoogt dat de man zich in kranten en online afficheerde als deskundig op het gebied van verzekeringen en hypotheken. Dat maakt volgens het gerechtshof nog niet dat hij beschikte over de hier vereiste kennis van overkreditering en de schending daarvan door Amstelhuys. Hij wist weliswaar meer van hypothecaire financiering dan een doorsnee consument, maar dat is onvoldoende om hem in het kader van de zorgplicht ter voorkoming van overkreditering niet als consument aan te merken.

Geen verjaring

Het hof vindt daarom ook dat van verjaring in deze zaak geen sprake is. Pas in juni 2016 zag de man voor het eerst het document met het maximaal te lenen bedrag in 2006. Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat de tussenpersoon veel eerder al op de hoogte was van de schending van de zorgplicht. Het stel klaagde dus op tijd.

Derde lening was te hoog

Vervolgens gaat het gerechtshof na of er daadwerkelijk sprake was van overkreditering. Bij de eerste lening was dat volgens het hof niet het geval. Evenmin was daarvan sprake bij het oversluiten naar een andere rentevaste periode. Bij de derde lening (van € 75.000 in 2006) ging Amstelhuys echter wel zijn boekje te buiten, aldus de uitspraak. De geldverstrekker heeft toen ten onrechte een deel van het aanmerkelijk belang meegenomen bij de berekening van het maximaal te lenen bedrag.

Het hof bepaalt dat Amstelhuys aansprakelijk is voor de schade die het stel hierdoor heeft geleden. Hoe hoog die is en of er ook sprake is van eigen schuld moet in een schadestaatprocedure worden opgemaakt.

Bron: bijdrage van Paul de Kuyper van 3 mei 2019 op www.amweb.nl                               

Vorige pagina